Pleegbroer en -zus van een jonge vluchteling
In de tuin van Tamara en Pepijn is het altijd zomer, zo lijkt het wel. Pepijn is aan het klussen, Tamara herstelt in het zonnetje van een ski-ongeval en de kinderen en de hond spelen dat het een lieve lust is. De kersenboom in de voortuin hangt vol fruit, dat wordt straks geplukt door de jongens. Pippa, Palieter en K. staan me breed glimlachend op te wachten aan het hekje. Aan enthousiasme geen gebrek hier. Dat blijkt uit het gesprek dat volgt.
Koken voelde veilig
K. is een kleine twee jaar geleden in het gezin komen wonen. De jongen komt uit Syrië en arriveerde hier toen hij amper acht jaar oud was. Intussen spreekt hij vlot Nederlands en speelt spelletjes met zijn pleegbroer en -zus alsof het nooit anders is geweest.
“In het begin communiceerden we met signalen”, vertelt Pippa, “maar hij leerde heel snel Nederlands.” “We hebben heel veel gekookt zonder veel woorden”, vult Tamara aan, “intussen belde K. dan met zijn mama via whatsapp met de camera aan. Dat was voor haar heel geruststellend. Ze zag hoe hij het hier goed stelt, dat hij rustig was en hoe onze omgeving eruitzag. Groenten schillen en snijden, dat zijn geen complexe zaken en het voelt veilig, want het heeft niks te maken met de vragen die hem voortdurend werden gesteld.”

Gezelschapsspelletjes en de hond
Intussen loopt Isla vrolijk snuffelend rond en vraagt wat aandacht. Hoe reageerde zij op de komst van K.? “In het begin nieuwsgierig”, vertelt Pippa, “ze blafte en likte hem veel!” “Isla heeft speelde ijsbreker in het begin: “K. kon aan de hand van korte woordjes opdrachten geven aan de hond, die ze trouw opvolgde: zit, los, lig, blijf, kom, … Het gaf hem een gevoel van controle en vertrouwen. Een hond stelt ook geen vragen. Dat was heel fijn voor K. Iemand die knuffelt en geen verwachtingen heeft, vertelt Pepijn.
“We hebben K. ook leren fietsen. We gaan nu samen naar school. Eerst kon hij het wel een beetje, maar niet de verkeersregels. Nu wel en hij heeft u ook een fiets die voor hem past. Die heeft hij met onze omi en opi gehaald “, vertelt Pippa trots.” “Hij kan hier ook beter slapen en hij heeft vriendjes gemaakt op school”, schiet Pallieter bij, “dat is leuk voor hem, maar ook voor ons. Hij gaat mee op kampen en naar school en we spelen ook veel samen. Hij en Pippa zijn echt verslaafd aan ’Catan’!”

Ravotten
“Dat is waar”, lacht Tamara, “Toch vind ik het ook belangrijk, dat K. ook tijd zonder Pippa en Palieter heeft. Zowel voor hen als voor hem. Een evenwicht vinden is soms pittig. Ze hebben allemaal wat aandacht nodig en ze liggen kort bijeen in leeftijd. Dat maakt dat er soms wat concurrentie is. Hij gaat soms voetballen in Fedasil, met andere kinderen zoals hij. Soms gaat hij ook naar een zorgboerderij of op boerderijkamp. We zien dat hij meer deugd heeft van dieren verzorgen dan van nóg een gesprek met een therapeut. Hij spreekt prima Nederlands, maar sommige dingen verwerk je beter in stilte. Het is heerlijk om ze samen te zien ravotten met de hond of te zien skaten in de straat.”
Vriendjes in de tuin
“Het is voor hem heel tof dat hij mee kan naar onze familie, dat zijn netwerk dat hier eerder beperkt was, is uitgebreid. Op school, via hobby’s, onze vrienden. Eigenlijk is het vooral belangrijk dat hij zo gewoon mogelijk kan meelopen in ons gezin. Dat bijzondere is er al meer dan genoeg”, merkt Pepijn op. En hij heeft gelijk want als ik vraag aan K. wat hij het allerleukste vindt bij Pepijn en Tamara, dan antwoordt hij: “dat ik mijn vriendjes hier kan uitnodigen in de tuin en kan spelen.”
Het is nog niet duidelijk wanneer K. terug naar zijn familie kan. De procedures voor gezinshereniging zijn vaak lang, ingewikkeld en duur. Zolang dat nog niet aan de orde is, zit hij goed bij Pepijn en Tamara. Er is een goed contact met een oom in Nederland en ook de voogd is een grote hulp. “Het is hier veilig en goed”, zegt Tamara, “dat is het voornaamste nu.”
Andere interessante artikels

Pleegzorg als verrijking
Het huis van Sarah en Tom ademt gastvrijheid. Ze maken mensen graag warm voor pleegzorg en de problematiek van jongeren op de vlucht. Ze doen dat in hun dichte omgeving door te praten over hun warme contact met F., een jongeman die vluchtte uit Afghanistan en meer dan een jaar bij hen heeft gewoond. Ze zijn ervan overtuigd dat veel mensen zouden kunnen wat zij deden. Het mateloze respect voor pleeggezinnen maakt het soms iets onbereikbaars. Zelf zeggen ze daarover: “Ja, het was bijzonder met F. bij ons thuis, maar anderen zouden dit ook kunnen.”

Bevraging samenwerking met de jeugdadvocaat
In het voorjaar van 2024 organiseerde Pleegzorg Oost-Vlaanderen een bevraging onder pleegzorgers, ouders en jongeren over de samenwerking met de jeugdadvocaat.
Deze kwam er omdat pleegzorgers hun zeer uiteenlopende ervaringen bij de jaarlijkse zitting met ons deelden.
Zo’n jaarlijkse zitting is voor veel betrokkenen een spannende ervaring. Er wordt namelijk bekeken wat het meest aangewezen perspectief is voor het pleegkind of de pleegjongere. Dat het kind of de jongere daarin goed gehoord en vertegenwoordigd wordt, is essentieel. Daarom wilden we als pleegzorgdienst de noden, kansen en krachten ervan in kaart brengen om verbetervoorstellen te formuleren naar de organisatie en de balie.

Week Van De Diversiteit - Handicap
Tijdens de Week van de Diversiteit zetten we het thema handicap in de kijker. In dat kader sprak ik met Natascha*, een pleeggast met autisme en ADHD. Natascha is al jaren een vertrouwd gezicht binnen Pleegzorg. Ze is actief in participatieraden, een warme stem voor mensen met een handicap en iemand die steeds weer haar verhaal wil inzetten om anderen te helpen begrijpen. Ze woont intussen zelfstandig met ondersteuning van pleegzorg. Door een scheenbeenbreuk ligt ze momenteel in het ziekenhuis, maar ze blijft hoopvol: "Zodra ik weer goed te been ben, smijt ik me opnieuw volledig."