Week van de Diversiteit - Etniciteit
Voor de Week van de Diversiteit sprak ik met Ellen en Kris*, pleegzorgers van Kaï* (22), een jongeman met Albanese roots. Op zijn vijftiende kwam hij als niet-begeleide minderjarige vluchteling naar België. Aanvankelijk verbleef hij in een opvangcentrum, maar tijdens de weekends kon hij terecht bij Ellen en Kris. Wat begon met af en toe een logeerpartij groeide uit tot een warme pleegzorgrelatie. Sinds 2019 maakt Kaï officieel deel uit van hun gezin.

Hoelang zijn jullie al pleegzorgers?
Ellen: "Sinds 2019 zijn we officieel pleegzorgers van Kaï. Hij is ons eerste pleegkind. We leerden hem kennen via een opvangcentrum waar gezocht werd naar gezinnen die vluchtelingenjongeren in het weekend wilden opvangen. Gewoon om hen even weg te halen uit de groepssfeer en hen in een familiaal kader te laten verblijven. We hadden al ervaring met buitenlandse uitwisselingsstudenten, dus we stonden daar zeker voor open. Na een tijdje werd hij opgenomen in het ziekenhuis met een appendicitis. Hij lag daar alleen, zonder bezoek. Dat deed iets met ons. We vroegen of hij bij ons kon revalideren, en dat mocht – op voorwaarde dat hij nog minstens twee nachten per week in het centrum bleef slapen. Toen moest ik al snel aan pleegzorg denken. Ik ben dan naar een infoavond van Pleegzorg Provincie Antwerpen gegaan, en omdat we Kaï al goed kenden, ging het snel. Niet veel later werd hij officieel deel van ons gezin."
Wat betekent diversiteit voor jullie?
Ellen: "Voor mij draait diversiteit in de eerste plaats om respect. Ik kijk niet meteen naar afkomst of cultuur. Dat maakt iemand niet beter of slechter. Maar ik hou er natuurlijk wél rekening mee. Je probeert mensen te begrijpen binnen hun achtergrond, zonder hen in hokjes te duwen."
Kris: "We zien vooral de mens achter het verhaal. Kaï is opgegroeid met sterke waarden: hij is beleefd, altijd goedgezind, behulpzaam. Zijn positieve ingesteldheid is aanstekelijk. Die dingen overstijgen afkomst."
Waren jullie bewust bezig met zijn culturele achtergrond?
Ellen: "In het begin niet echt. Ik was nog nooit in Albanië geweest. Buiten wat geschiedenis kende ik het land amper. Maar ik geloof dat elke familie zijn eigen cultuur heeft. Niet alleen op nationaal niveau, ook gewoon in hoe je thuis met elkaar omgaat."
Kris: "Voor Kaï is zijn afkomst wel belangrijk. Hij voelt zich Albanees. Zijn ouders en familie staan op de eerste plaats, ook al zijn ze verspreid over heel Europa – zelfs tot in Amerika. Hij hoort ze bijna dagelijks. Die verbondenheid is sterk."
Ellen: "En dat respecteren we volledig. We vinden het belangrijk dat hij dat contact behoudt. Deze zomer gaan we met hem naar Albanië, voor ons een eerste keer. Hij is er al eens geweest nadat hij eindelijk zijn papieren kreeg – dat heeft zes jaar geduurd. Maar terugkeren om daar te wonen? Dat wil hij niet. Hij zegt: “Ja, het is mooi, maar heb je er ooit écht geleefd?”
Hoe gaan jullie om met religieuze rituelen zoals de ramadan?
Ellen: "Kaï doet elk jaar mee aan de ramadan en gaat dan naar zijn vrienden om samen te vasten. Ik heb zelf één keer geprobeerd om mee te doen, maar dat stopte al snel. Je moet bijvoorbeeld vijftien dagen op voorhand geen alcohol meer drinken. Toen zei ik al lachend: “Dat gaat mij niet lukken.” (lacht) We respecteren zijn keuzes, maar doen niet automatisch mee. Hij aanvaardt dat ook. Er is wederzijds begrip."
Kris: "Die ruimte geven we hem graag. Maar we merken ook dat hij religie heel bewust beleeft. Strikter dan de Indonesische student die we ooit opvingen, die ook moslim was maar het losser invulde. Kaï is er echt mee bezig – misschien vanuit de overtuiging dat hij via die regels zijn doelen kan bereiken."
Ervaren jullie soms culturele botsingen?
Ellen: "Niet echt botsingen, eerder verschillende verwachtingen. We hebben hem bijvoorbeeld voorgesteld om een eigen keukentje en wasmachine te installeren zodat hij zelfstandiger kan zijn. Maar hij weigert dat. In zijn ogen is dat de taak van de vrouw."
Kris: "Dat is typisch cultureel. Hij gaat ervan uit dat zijn toekomstige vrouw voor het huishouden zal zorgen. We proberen dat bij te sturen, door hem andere modellen te tonen. Maar je herschrijft niet zomaar iemands opvoeding. Tot zijn veertiende werd hij gevormd door andere normen en overtuigingen."
Ellen: "Toch vinden we het belangrijk om hem andere ideeën aan te reiken, zonder te forceren. Dat lukt ook omdat er vertrouwen is. En dat is gegroeid – stukje bij beetje."

Werd hij ooit geconfronteerd met racisme of uitsluiting?
Kris: "Ja, zeker. Vooral op straat. Hij werd al op een vreemde manier aangekeken of aangesproken. Eén keer noemde hij iemand “madame” – uit respect – maar dat werd niet goed onthaald. Hij begreep niet waarom."
Ellen: "Zulke momenten zijn moeilijk uit te leggen. Gelukkig wonen we in een gastvrije gemeente waar hij zich goed voelt. Toch bereiden we hem voor op dat soort situaties, want ze zullen blijven komen. Hij gaat er meestal rustig en flexibel mee om. Dat is gegroeid met de jaren."
Hoe reageerde jullie omgeving op jullie keuze voor een pleegkind met een andere achtergrond?
Ellen: "Overwegend positief. De meeste mensen vinden het knap wat we doen. Sommigen verklaren ons misschien voor gek. Maar voor ons voelde het nooit alsof we een ‘vreemde’ in huis haalden. We kenden hem al goed. Onze kinderen waren ook meteen mee. Ze zijn trots op ons."
Wat heeft deze ervaring met jullie gedaan?
Ellen: "Het is echt een verrijking. Je wereld wordt groter, je blik wijder. Veel mensen zijn bang voor ‘de ander’, vaak omdat ze er geen ervaring mee hebben. Door Kaï zijn we anders gaan kijken. Ik voel me veel meer op mijn gemak bij mensen met een andere achtergrond. Als ik op straat iemand hoor praten in een andere taal, zeg ik gewoon ‘hallo’ in het Nederlands. Vaak antwoorden ze vriendelijk terug. Ik weet ondertussen: velen spreken wél Nederlands, maar wachten af."
Kris: "Die drempel verdwijnt als je zelf openstelt. Diversiteit zie je dan niet meer als ‘anders’, maar gewoon als onderdeel van de samenleving. Iedereen wil ergens bij horen. En niemand is beter dan een ander."
*Wegens privacyreden gebruiken we schuilnamen
Andere interessante artikels

Pleegbroer en -zus van een jonge vluchteling
K. is een kleine twee jaar geleden in het gezin komen wonen. De jongen komt uit Syrië en arriveerde hier toen hij amper acht jaar oud was. Intussen spreekt hij vlot Nederlands en speelt spelletjes met zijn pleegbroer en -zus alsof het nooit anders is geweest.

Pleegzorg als verrijking
Het huis van Sarah en Tom ademt gastvrijheid. Ze maken mensen graag warm voor pleegzorg en de problematiek van jongeren op de vlucht. Ze doen dat in hun dichte omgeving door te praten over hun warme contact met F., een jongeman die vluchtte uit Afghanistan en meer dan een jaar bij hen heeft gewoond. Ze zijn ervan overtuigd dat veel mensen zouden kunnen wat zij deden. Het mateloze respect voor pleeggezinnen maakt het soms iets onbereikbaars. Zelf zeggen ze daarover: “Ja, het was bijzonder met F. bij ons thuis, maar anderen zouden dit ook kunnen.”

Bevraging samenwerking met de jeugdadvocaat
In het voorjaar van 2024 organiseerde Pleegzorg Oost-Vlaanderen een bevraging onder pleegzorgers, ouders en jongeren over de samenwerking met de jeugdadvocaat.
Deze kwam er omdat pleegzorgers hun zeer uiteenlopende ervaringen bij de jaarlijkse zitting met ons deelden.
Zo’n jaarlijkse zitting is voor veel betrokkenen een spannende ervaring. Er wordt namelijk bekeken wat het meest aangewezen perspectief is voor het pleegkind of de pleegjongere. Dat het kind of de jongere daarin goed gehoord en vertegenwoordigd wordt, is essentieel. Daarom wilden we als pleegzorgdienst de noden, kansen en krachten ervan in kaart brengen om verbetervoorstellen te formuleren naar de organisatie en de balie.