Week van de Diversiteit - Armoede
In het kader van de Week van de Diversiteit sprak ik met verschillende (pleeg)ouders over thema’s die onder diversiteit vallen. Eén van die gesprekken bracht me bij Mervé*, een alleenstaande moeder die leeft in kansarmoede. Door haar psychische kwetsbaarheid kan ze niet langer zelf voor haar kinderen zorgen. Vanuit liefde en verantwoordelijkheidsgevoel koos ze bewust voor vrijwillige pleegzorg.

Dag Mervé. Je dochter Eva* woont sinds haar tiende in een vast pleeggezin. Die keuze was allesbehalve eenvoudig. Waarom koos je op een bepaald moment voor vrijwillige pleegzorg?
"Mijn kinderen verbleven eerst in een voorziening. Voor Eva werd ondersteunende pleegzorg opgestart, en dat klikte meteen heel goed. Zo is het verder gegroeid. Uiteindelijk is ze bij een vast pleeggezin terechtgekomen. Ik ben daar heel blij om. Jammer genoeg konden mijn zonen niet dezelfde weg volgen. Zij waren al wat ouder en zitten nu nog in een voorziening."
Hoe voelde het om te beseffen dat je zelf niet meer voor je kinderen kon zorgen?
"Dat was ontzettend moeilijk. Ik zat op dat moment in een psychose. Ik wist zelfs de namen van mijn kinderen niet meer, en had geen idee waar ze waren. Toen besefte ik dat er dringend iets moest gebeuren. Ik wilde niet wachten tot een jeugdrechter moest ingrijpen, dus heb ik zelf aan de alarmbel getrokken.
Het moment dat ik hen moest afzetten bij pleegzorg was hartverscheurend. Ze waren toen 1, 3 en 4 jaar. Plots was het helemaal stil in huis. Ook de eerste bezoeken waren zwaar. Veel tranen. Gelukkig kon ik hen vaak zien, want ik woonde in de buurt."
Hoe kwam je in contact met pleegzorg?
"Via de pleeggezinnendienst die ik leerde kennen via de voorziening. Zij stelden pleegzorg voor, en dat leek me ook de beste optie. De kinderen hadden geen vaderfiguur meer, en mijn familie – behalve mijn zus – liet hen links liggen. Ik dacht: “Als er met mij iets gebeurt, hebben ze niemand meer.” Alles wat hun leven kon verrijken, heb ik geprobeerd aan te nemen. Pleegzorg speelt daarin een heel belangrijke rol. En ik heb me altijd goed ondersteund gevoeld."
Hoe verliep het eerste contact met de pleegzorgers?
"Bij Eva ging dat bijzonder vlot. Haar pleegmama en ik hebben zelfs hetzelfde gestudeerd en delen veel interesses. Het voelde als een ‘match made in heaven’, zei ik toen al. En dat is ook echt zo gebleken. Bij de jongens verliep het moeizamer. Zij kwamen in ondersteunende pleegzorg terecht, maar dat is vroegtijdig stopgezet. Nu wonen ze in een voorziening. "
Wat maakt dat er zo’n goed vertrouwen is tussen jou en de pleegzorgers van je dochter?
“Je voelt dat ze een hecht koppel zijn, met veel liefde in huis. Dat merk je zelfs aan de inrichting: overal hangen foto’s, het voelt warm en veilig.”
Wat waardeer je het meest in de manier waarop ze met je dochter omgaan?
“Dat ze streng zijn – raar om te zeggen misschien, maar het werkt. Ze zijn streng, maar rechtvaardig, en Eva heeft die structuur nodig. Tegelijk wordt ze ook beloond. Onlangs ging ze mee op reis naar Egypte. Ze vroegen me op voorhand of ik dat oké vond. Zo’n kans zou ik haar zelf niet kunnen bieden. Dus natuurlijk wilde ik haar dat niet ontnemen.”
Heb je het gevoel dat mensen begrijpen waarom je voor vrijwillige pleegzorg koos?
“In mijn familie zeker niet. Zij vinden dat ik mijn kinderen ‘op een dienblad afgeef’. Ze begrijpen niet dat ik écht niet zelf voor hen kan zorgen. Naast mijn psychose heb ik ook een bipolaire stoornis. Ik word gemiddeld om het jaar of om de twee jaar opgenomen. Meestal voel ik het aankomen: ik begin dingen te vergeten, sluit me af van anderen. Dan weet ik dat het weer zover is. Gelukkig kan ik snel terecht in het ziekenhuis.”
Wat zou je willen dat mensen meer wisten over ouders die kiezen voor vrijwillige pleegzorg?
“Er wordt veel te weinig over gepraat. In de oudergroep hoor ik gelijkaardige verhalen: ouders in armoede die hun kinderen kansen willen geven die ze zelf niet kunnen bieden. Want daar draait het om. Maar daar is weinig begrip voor. Het zou zoveel helpen als de positieve kant van pleegzorg vaker gedeeld werd. Ouders maken deze keuze uit liefde, niet uit gemakzucht.”
Zijn er momenten waarop je je beoordeeld voelde als moeder?
“Op school, tijdens opendeurdagen bijvoorbeeld. Mensen zeggen dan: “Ah, jij bent de mama van Eva? Ik had je nog nooit gezien.” Dan voel je dat er anders naar je gekeken wordt. Eva gaf ooit een spreekbeurt over pleegzorg en deelde toen ook een dichtbundel die ik schreef. Toen begrepen de leerkrachten plots veel meer. Sindsdien is het contact iets vlotter. Soms gaan we ook samen met de pleegzorgers naar schoolmomenten, zoals haar gitaaroptreden laatst.”
Zie je je kinderen nog vaak?
“Eva zie ik regelmatig. Mijn zonen jammer genoeg minder. Twee maanden geleden kreeg ik de diagnose kanker, en sindsdien durven ze precies niet meer komen. Ze zijn 14 en 15, misschien is het de leeftijd, misschien de confrontatie. Mijn haar is ook weg door de chemo. Ze zoeken excuses, denk ik.”

Hoe onderhoud je vandaag je band met Eva?
“We spreken geregeld af: iets drinken, wandelen… Ze houdt van de natuur. Tegenwoordig doen we dat met mijn rolstoel en rijdt zij me voort. Dat is onze tijd samen. Ik zie haar om de drie weken op woensdag. Ze gaat er goed mee om, al is het soms ook moeilijk voor haar. Binnenkort begint ze op een nieuwe school, dan moet ze haar situatie opnieuw uitleggen. Gelukkig begrijpt haar vriendengroep haar heel goed.”
Welke hoop en plannen heb je voor de toekomst?
“Ik weet dat mijn kinderen nooit meer bij mij zullen wonen. Dat is besproken met de dokters en ook met hen. Ze hebben dat goed opgenomen. Wat ik vooral hoop, is dat Eva bij haar pleeggezin mag blijven. Dat ze het niet ‘te bont’ maakt – want dan weet ik niet wat er zou gebeuren. Ik zeg dat omdat mijn andere dochters een lastige puberteit kenden. Maar Eva is anders. Ik geef haar vertrouwen en kansen. Ze beseft dat ze het goed heeft, en hopelijk blijft ze dat ook zo ervaren.”
Tot slot. Wat zou je willen zeggen tegen andere ouders die twijfelen over vrijwillige pleegzorg?
“Het is een verrijking. Je krijgt op het juiste moment de hulp en steun die je nodig hebt. Zoveel kansen. En in mijn ervaring blijft pleegzorg ook altijd het contact met de ouders bewaken. Het is niet alleen een meerwaarde voor de pleegzorgers, maar zeker ook voor ons. Ik ben heel blij dat ik Eva zo gelukkig zie. Ze krijgt kansen die ik haar anders nooit had kunnen geven.”
*Wegens privacyredenen gebruiken we schuilnamen
Andere interessante artikels

Week Van De Diversiteit - Handicap
Tijdens de Week van de Diversiteit zetten we het thema handicap in de kijker. In dat kader sprak ik met Natascha*, een pleeggast met autisme en ADHD. Natascha is al jaren een vertrouwd gezicht binnen Pleegzorg. Ze is actief in participatieraden, een warme stem voor mensen met een handicap en iemand die steeds weer haar verhaal wil inzetten om anderen te helpen begrijpen. Ze woont intussen zelfstandig met ondersteuning van pleegzorg. Door een scheenbeenbreuk ligt ze momenteel in het ziekenhuis, maar ze blijft hoopvol: "Zodra ik weer goed te been ben, smijt ik me opnieuw volledig."

Week Van De Diversiteit - Etniciteit
Voor de Week van de Diversiteit sprak ik met Ellen en Kris*, pleegouders van Kaï* (22), een jongeman met Albanese roots. Op zijn vijftiende kwam hij als niet-begeleide minderjarige vluchteling naar België. Aanvankelijk verbleef hij in een opvangcentrum, maar tijdens de weekends kon hij terecht bij Ellen en Kris. Wat begon met af en toe een logeerpartij groeide uit tot een warme pleegzorgrelatie. Sinds 2019 maakt Kaï officieel deel uit van hun gezin.

Week Van De Diversiteit - Religie
Anja* en haar gezin waren twee jaar lang het pleeggezin van Alex*, een minderjarige vluchteling die te voet van Afghanistan naar België is gekomen. Een indrukwekkende tocht, met een zware rugzak vol herinneringen, trauma’s en hoop. Bij aankomst in België kon hij niet blijven in de voorziening. Toen Anja en haar man voorstelden om hem op te vangen op hun landbouwbedrijf, werden ze voor gek verklaard. Maar hun huis – en vooral hun hart – stonden open.