Beschermende en risicofactoren voor de ontwikkeling van pleegkinderen
Deze nieuwsbrief bespreekt beschermende en risicofactoren voor de ontwikkeling van pleegkinderen, een thema dat ook in het Pleegzorgkompas aan bod komt. Het Pleegzorgkompas werd geschreven door het Kenniscentrum Pleegzorg, dat aangestuurd wordt door de vijf provinciale diensten voor pleegzorg. Het Pleegzorgkompas geeft een overzicht van de kennis (wetenschappelijke, praktijk- en ervaringskennis) die er bestaat over pleegzorg voor minderjarigen. In het Pleegzorgkompas worden vijf thema’s uitgewerkt: 1. Pleegzorg en pleegzorgbegeleiding, 2. Instroom, 3. Perspectiefbepaling in pleegzorg, 4. Ontwikkeling en 5. Gedeelde wereld.
Deze nieuwsbrief gaat in op de beschermende en risicofactoren die de ontwikkeling van pleegkinderen kunnen beïnvloeden (onderdeel van het vierde hoofdstuk van het Pleegzorgkompas). Informatie uit het Pleegzorgkompas wordt in deze nieuwsbrief aangevuld met enkele quotes van pleegkinderen en -jongeren.
Andere interessante artikels
Slaap en pleegzorg
Slaap speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen en is geassocieerd met leer-, gedrags- en mentale gezondheidsproblemen. Bij pleegkinderen komen slaapgerelateerde moeilijkheden vaker voor dan bij leeftijdsgenoten, en deze problemen blijken samen te hangen met zowel hun gedrag als met traumatische ervaringen uit het verleden.
Ondanks de impact is slaap een onderbelicht thema in pleegzorgonderzoek en praktijk. In deze nieuwsbrief wordt ingegaan op slaap binnen pleegzorg en worden aanbevelingen gegeven voor de praktijk.
Perceptie van pleegzorgers over probleemgedrag
Onderzoek toont aan dat tot 60% van de pleegkinderen gedrags- en emotionele problemen heeft. Pleegzorgers zijn meestal de eersten om lastig gedrag op te merken. Het is onduidelijk met welke factoren de inschatting over ondersteuningsbehoeften bij zichzelf en hun pleegkind(eren) samenhangt. In deze nieuwsbrief wordt nagegaan welke casus- en besluitvormersfactoren van invloed zijn op: 1) de beoordeling over de aanwezigheid van gedrags- en emotionele problemen; 2) de beslissing tot het ondernemen van actie (het zoeken naar extra ondersteuning).