Rouwen is balanceren
Op een vrijdag trekken we naar Gent voor een gesprek met Uus Knops. Hoe ze het gesprek start, toont wie ze is. “Hopelijk kan ik aan jullie verwachting voldoen, want ik voel me klein en nederig tegenover alle ervaring die jullie hebben met pleegzorg,” zegt ze bij aanvang. Die onzekerheid blijkt helemaal niet nodig, want anderhalf uur later blikken we terug op een interessante uitwisseling waarbij Uus met haar ‘verliesbril’ kijkt naar pleegzorg. En dat doet ze wikkend en wegend, balancerend en nuancerend én met een opvallende mildheid.
Dag Uus. Als ik jou zou moeten voorstellen, dan zou ik zeggen: Uus is veel, … Ze is psychiater en psychotherapeut, ervaringsdeskundige op vlak van verlies en rouw (Uus verloor in 2005 haar broer Casper die om het leven kwam tijdens een rondreis in Venezuela), schrijfster van héél wat boeken over verlies en rouw, veelgevraagd spreker over dat onderwerp én met een voorliefde voor kunst en cultuur, wat voelbaar is in haar werk.
“Dat is inderdaad veel, maar dat is ook wie ik ben en wat ik wil uitdragen. Je identiteit wordt bepaald door zoveel factoren én door wat je meemaakt. Zo’n heftige ervaring hoeft niet alles te bepalen, maar bepaalt uiteraard wel voor een stuk wie ik ben. Dat rouwstuk vindt zijn weg en je integreert dat in je leven. Het is er altijd, maar soms treedt het op de voorgrond en op andere momenten schuift het meer naar de achtergrond. Onmiddellijk na het overlijden van Casper had ik nooit gedacht dat ik vandaag op die manier met verlies en rouw bezig zou zijn, ook op professioneel vlak. Dat toont ook hoe rouw is. Er zit beweging in.”
Heb je op de één of andere manier al met pleegzorg te maken gehad?
“Via de school van mijn kinderen ken ik een gezin met een pleegkindje. De pleegmama post regelmatig zaken op sociale media en die roepen bij mij steeds respect op. Ondanks het gegeven dat de complexiteit die de pleegzorgrealiteit ongetwijfeld is, niet te vatten is in een simpele post, roept het bij mij vaak een dankbaarheid op dat er zoiets als pleegzorg bestaat. Daarnaast ken ik pleegzorg van op de sociale media. Zo is de campagne met de tekeningen van Eva Mouton me niet ontgaan.“
Bij verlies en rouw denken we spontaan aan het overlijden van een dierbaar persoon. Toch is het thema veel meer dan dat. Kan je dat even toelichten?
“Samen met Joris Hessels schreef ik het boek ‘Een klein afscheid’ dat veertien ontmoetingen beschrijft over afscheid nemen van mensen die er nog zijn. Bv. over mensen die niet meer in ons leven zijn of om mensen die veranderen als mens, bijvoorbeeld door ziekte. Ook bij een pleegplaatsing komt verlies kijken. Een kind verlaat zijn vertrouwde thuiscontext en kent daarbij heel wat verliezen: het dagelijks samenleven met zijn ouders, broers en zussen, de vertrouwde school, buurt, vrienden, huisdieren, …Verlies is een breed begrip. Het kan gaan over mensen, maar ook het verlies van gezondheid, je thuisland, een onvervulde kinderwens, … Ik denk wel dat we erover moeten waken dat we niet alle vormen van verdriet rouw gaan noemen.”
Wanneer zou je dan wel spreken van rouw?
“Voor mij zijn er drie elementen nodig om van rouw te spreken. Er moet sprake zijn van complexiteit, intensiteit en langdurigheid. Dus, als de Rode Duivels verliezen dan is niet heel het land ‘in rouw’. Als je verdriet hebt omdat je verhuist en je bent blij met je nieuwe huis, maar ook verdrietig om wat je achterlaat, laat dat dan gewoon ‘verdriet’ zijn. Je hebt verdriet om wat je achterlaat en dat heeft bestaansrecht."
Zou je dan in een context van pleegzorg spreken over rouw?
“Ik sluit zeker niet uit dat er in een pleegzorgcontext sprake kan zijn van een rouwproces bij een pleegkind. Het gaat toch over een complex gegeven waarin je niet alleen maar verdrietig bent, maar misschien ook boos, of misschien op een manier ook wat opgelucht, of je je schuldig voelt als kind. De intensiteit heeft dan weer te maken met het feit dat het hier je gezin van oorsprong betreft dat toch meestal verbonden is met je basisgevoel van veiligheid in het leven. En over die langdurigheid: Het is niet omdat je een fijn pleeggezin hebt, dat het allemaal achter de rug is. Vaak overvalt zo’n verdriet je op latere momenten in je leven.”
We focussen nu op het pleegkind, maar ook bij ouders is er vaak sprake van een rouwproces. Net datgene wat ze liefst willen, zorgen voor hun kind(eren), lukt niet en wordt hen uit handen genomen of ze moeten er noodgedwongen hulp voor inschakelen.
“Zeker! En ik denk dat de blik van de ander, het oordeel van de buitenwereld, voor heel wat schaamte kan zorgen die hun eigen verdriet als ouder in de weg kan staan. Als je omgeving zegt dat het allemaal jouw schuld is, maakt dat het nog complexer.”
Wordt een ingrijpende ervaring zoals een uithuisplaatsing niet minder erkend door de buitenwereld als een verlieservaring? Mensen zien dat vaak niet als rouw waardoor het misschien voor de rouwende eerder een ‘eenzaam verdriet’ is om dragen.
“Ja. Bij de dood is het natuurlijk duidelijker dat er geen verandering of oplossing meer mogelijk is. In onze maatschappij, waarin we snel in oplossingen denken, slaat het ons vaak met verstomming als er geen oplossing is. Als iemand bijvoorbeeld een burn-out heeft, dan gaan omstaanders toch vaak denken en spreken in concrete tips. Bij de dood kun je dat niet."
Er zijn heel wat rouwmodellen die een aantal universele zaken over verlies en rouw trachten te vatten. Welk model sluit voor jou het dichtst aan bij je eigen ervaring?
“Ik draag zelf graag het Duale procesmodel (Stroebe en Schut, 1998) van omgaan met verlies uit. Het model werkt met de metafoor van een bootje op de rivier van het leven. Rouwen is varen tussen twee oevers: de verliesoever en de hersteloever. En je hebt aan die twee oevers aandacht te geven. Enerzijds stilstaan bij het verdriet (de verliesoever) en anderzijds verder gaan met je leven (de hersteloever). Uiteraard blijft het een metafoor en dus een vereenvoudiging van de realiteit, maar het beeld is wel helpend. In een rivier zit ook weer die beweging. We laten dingen achter ons en we gaan vooruit.”
Hoe kan je je pleegkind het best bijstaan in het rouwproces? Hoe kan je het troosten?
“Op beide oevers kan je het pleegkind bijstaan. Het stilstaan bij verdriet, zonder dat te willen oplossen, is voor veel mensen een uitdaging. Ik gebruik hiervoor vaak het beeld van ‘het bankje van het leven’. Ga als pleegzorger gewoon naast het kind zitten op het bankje, luister en geef het gemis de ruimte. Maar ook op de hersteloever kun je troost bieden. Dan doe je samen leuke dingen en breng je weer zuurstof in het leven.
Daarnaast lijkt het me belangrijk om te beseffen dat troost net als rouw iets heel uniek en persoonlijk is. Het is dus logisch dat je niet weet hoe je iemand moet troosten.
En dan die erkenning. Als je tegen iemand zegt: “Amai, dat is zwaar.”, dan voelt die zich erkend en dan voelt het eigenlijk al lichter. Dat is al heel veel!”
Rouwen kinderen op dezelfde manier als volwassenen? Zo nee, waar liggen dan de verschillen?
“Neen, kinderen rouwen niet op dezelfde manier. Maar eerder dan te focussen op de verschillen zeg ik liever dat kinderen even verschillend rouwen als alle volwassenen verschillend rouwen. Dat unieke moet je als pleegzorger of ouder ontdekken bij je kind: Hoe gaat het met hen? Wat zijn hun uitingen van verdriet? Wat hebben zij nodig? Hierover praten lijkt me belangrijk."
Wat met kinderen die eerder vermijdend zijn? Sommige pleegzorgers geven aan dat ze zien bij hun pleegkind dat er veel leeft en dat ze het ook merken in hun gedrag, maar dat spreken niet lukt.
“Dan zijn er meer creatieve manieren. Bijvoorbeeld via tekenen of schilderen. Als pleegzorger probeer je een soort vertaler te zijn. Doordat jij er woorden aan geeft, introduceer jij taal die voor het kind helpend kan zijn om zichzelf te begrijpen. Maar ook in het non-verbale ligt veel kracht. Als je kind heel heftig reageert, dan moet je het niet bestoken met ‘Wat gebeurt er? Vertel eens? Wat voel je?’. Samen wandelen of fietsen kan heel helpend zijn en dan kan je daarna misschien even luisteren naar wat er scheelt."
In het beste geval is er ook groei mogelijk na een ingrijpende verlieservaring. Zo zie je vaak dat mensen na een intens verlies dingen veranderen in hun leven. Ze maken keuzes in sociale contacten, kiezen voor een andere studie of job, …
“Klopt! Het rouwproces kan uitmonden in een tijd van zachte berusting waarin het verlies ook een zeker schoonheid krijgt en tot mooie dingen leidt. Al wil ik er wel over waken dat het niet de norm wordt. Je hoeft niet persé te groeien. En de grootsheid kan ook in heel kleine, alledaagse dingen zitten.”
Tot slot. Heb jij nog een boodschap voor onze pleegzorgers?
“Goh, dan kom ik terug bij de start van het gesprek. Veel erkenning en dankbaarheid. Hoe pleegzorgers dag in dag uit in heel concrete daden van betekenis stellen voor anderen, daar heb ik het diepste respect voor."
Andere interessante artikels
Sociaal-artistiek project Wortels en Vleugels
Verlies in vele vormen - Diaz
Een overlijden van een familielid, een stukgelopen relatie of een afscheid van een bepaalde periode in je leven: hoe je het ook draait of keert, iedereen van ons wordt op een bepaald moment geconfronteerd met verlies en dat doet heel vaak pijn. Ook binnen pleegzorg moeten vele pleegkinderen, pleeggasten, ouders of pleegzorgers op een bepaald moment afscheid nemen. Zo ook pleegjongere Diaz.
Verlies in vele vormen - Heidi & Bjorn
Een overlijden van een familielid, een stukgelopen relatie of een afscheid van een bepaalde periode in je leven: hoe je het ook draait of keert, iedereen van ons wordt op een bepaald moment geconfronteerd met verlies en dat doet heel vaak pijn. Ook binnen pleegzorg moeten vele pleegkinderen, pleeggasten, ouders of pleegzorgers op een bepaald moment afscheid nemen. Zo ook pleegzorgers Heidi & Bjorn.